25 juni 2009

Hap, zei de politiehond


Een por met een gummistok, een opengesperde bek en ineens hing die politiehond in zijn oksel. De aanval van de diensthond tijdens Koninginnenacht beleefde de twintigjarige Utrechtse student Jonas Hady in een flits. ''Hier ben ik gebeten,'' zegt hij, terwijl hij zijn shirt omhoog tilt. ''En hier op mijn rug. Maar daar kwam ik pas in het ziekenhuis achter.'' Een week en een antibioticakuur later is zijn woede over het incident wat gezakt. Zijn verbijstering niet.
'Waar is de controle op politiehonden?'



Honderden mensen worden jaarlijks door politiehonden gebeten. Voor vuurwapen en pepperspray staat uitvoerig beschreven wanneer en hoe agenten deze mogen gebruiken. Voor de inzet van de 350 politiehonden in Nederland zijn nauwelijks regels.



Want waarom liet de agent de hond op hem los? De opstootjes van die avond op de Neude in Utrecht waren al voorbij. ''Ik zag wel dat er wat politie stond,'' zegt hij. ''En een ME-busje. Maar toen ik daar liep was er niets aan de hand. Ik liep ook direct achteruit toen ik de gummistok voelde. De beet van de politiehond is echt onbegrijpelijk.''

Behalve een verontschuldiging eist hij ook schadevergoeding van de politie. Of hij die zal krijgen, is maar zeer de vraag. Een hondenbegeleider van de politie mag in hoge mate zelf bepalen wanneer hij zijn dier het bevel geeft de tanden in een verdachte te zetten. Want hoewel dier en bijbehorende agent moeten voldoen aan strenge opleidings- en exameneisen, is over de inzet nauwelijks iets op papier gezet.

Dat is Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer een doorn in het oog. In een recent rapport hekelt hij het gebrek aan regels bij de inzet van de 350 'surveillancehonden'. Voor wapenstok, pepperspray en vuurwapen is uitvoerig beschreven waar, in welke situatie en hoe die mogen worden toegepast. Een agent die zijn hond het commando geeft te bijten, moet afgaan op zijn eigen inschatting. In de richtlijn staat alleen in algemene termen omschreven dat er geen geschikt alternatief voorhanden mag zijn (subsidiariteit) en het beest niet mag aanvallen bij lichte vergrijpen (proportionaliteit). Volstrekt onvoldoende, vindt Brenninkmeijer.

Uit een rondgang langs politiekorpsen blijkt dat jaarlijks enkele honderden mensen door een politiehond worden gebeten. Vaak gebeurt dat terecht, soms onterecht. De dieren worden vooral ingezet bij grote evenementen, voetbalrellen, uitgaansgeweld of surveillances in onveilige gebieden. ''Het kan in de commotie gebeuren dat iemand per ongeluk wordt gebeten,'' zegt trainer en rijkskeurmeester van politiehonden Jan Mast. ''Een hond ziet natuurlijk niet altijd precies wie er nu een steen gooide.''

En als een hond hapt, dan is het echt raak. ''Over het algemeen heeft hij voorkeur voor armen en benen, lichaamsdelen die bewegen. Ze laten pas los als het baasje het zegt. Een hondenbeet doet verschrikkelijk zeer, dan loop je geen meter meer. Zeker wanneer de tanden in het beenvlies komen. Doktersbehandeling is altijd noodzakelijk, ook met het oog op infecties.''

Het is een indringend geweldsmiddel, beaamt politiesocioloog Jaap Timmer. Hij pleit al jaren voor richtlijnen. ''Dat is een kwestie van rechtszekerheid. Als er nu een klacht komt, kan de politie alleen afgaan op algemene rechtsprincipes. Het is een blinde vlek. Er is ook geen erkenning dat het aan deze regels ontbreekt.''

Jaarlijks komt bij de ombudsman 'een handvol' klachten binnen van mensen die zeggen dat zij zonder aanleiding zijn aangevallen. Vaak vangen zij bot bij een schadeclaim. Zelfs wanneer een hond bijt zonder dat de agent daartoe opdracht gaf, is de kans op genoegdoening gering, blijkt uit een uitspraak van de rechtbank in Utrecht uit 2007.
Student Jonas Hady houdt stille getuigen omhoog van zijn ontmoeting met een hapgrage politiehond: in zijn dunne zomerjas zitten vlak onder de aanzet van zijn rechtermouw twee gaatjes. Ook zijn trui en T-shirt zijn gehavend. Hij hoopt dat er camerabeelden zijn die hem kunnen vrijpleiten. (SANDRA DONKER en DYLAN DE GRUIJL)