1 augustus 2007

Afzien in het apenparadijs

Inti Wari Yassi, Bolivia - Zesentwintig hechtingen heeft Sally in haar armen. Als ze haar mouwen opstroopt, kan je precies zien waar poema Leonsio met zijn klauwen toesloeg. Grote gaten links en rechts, akelig dicht langs de slagader in haar onderarm, met zorg dichtgenaaid door dierenarts Pascual.
Sally had de pech dat Leonsio in een slechte bui was toen ze met hem ging wandelen. De dagelijkse aangelijnde uitje door het natuurpark El Machio in de Boliviaanse jungle liep uit op een bloedbad toen Leonsio onverhoeds een andere poema tegen het lijf liep.Voor de 28-jarige Australische vrijwilligster er erg in had, haalde het beest naar haar uit.
Bad luck, zegt Sally. Na een pakje sigaretten en een liter bier ging het wel weer.

Iedere vrijwilliger die komt werken in het dierenopvangcentrum Inti Wara Yassi in Villa Tunari, Bolivia, weet dat er risico´s zijn. Je kan worden gekrabt, bespuwd, geklauwd en gebeten door de afgedankte apen, in beslag genomen luipaarden en gedumpte papegaaien die er worden verzorgd. En als het geen dier is wat je toetakelt, kan er een boom op je hoofd vallen, je kan in het drijfzand langs de rivier Espiritu Santo zakken, slangen tegen het lijf lopen of uitglijden in een modderstroom. En je wordt in ieder geval van top tot teen gestoken door muggen en zandvliegen, omdat antimuggenbeet verboden is in het park.

Iedere week komen pechvogels terecht in het provisorische kliniekje van de dierenarts van Inti Wara Yassi, Pascual Quispe. Hechtingen zetten kan hij inmiddels als geen ander, en zeker beter dan de artsen in het verderop gelegen armetierige ziekenhuisje. Daar durft geen westerling een voet over de drempel te zetten – zeker niet nadat een Canadees met een gat in zijn hoofd het hospitaal schots en scheef dichtgenaaid weer uitkwam.
Toch zitten de veertig vrijwilligers ook nu weer goedgemutst aan het vegetarische ontbijt. De apen zijn zojuist gevoed, de papegaaien en toekans ook, de fretten en de tapirs, het varken met zijn jongen, nu is het de beurt aan de hongerige mensen. Uit het keukentje van de Boliviaanse kokkin komen pannenkoekjes, eieren, muesli en koffie. Aan tafel zitten Amerikanen, een Canadees, Britten, veel Israeliërs, een stuk of wat Fransen, een Belgische, een Deense, Sally de Australische, een Zweed en vier Nederlandse meiden.
Voor Heleen (28) uit Amsterdam wordt het een drukke dag. Haar aapje Lucca mag na zes weken quarantaine voor het eerst naar het Apenpark, halverwege de berg. Daar lopen de capucijnerapen en squirrels vrij rond, zolang ze zich tenminste netjes gedragen. Verderop, in het besloten deel van het park, zitten de Bad Monkeys, apen die agressief zijn, of juist angstig, en de dieren die door hun vorige eigenaar getraind zijn in zakkenrollen - een populair tijdverdrijf in Bolivia. Dat de beesten er erg behendig in zijn, bleek een maand geleden maar weer eens. Een rijke bezoeker moest lijdzaam toezien hoe zijn honderddollarbiljetten vanuit de toppen van de bomen naar beneden kwamen dwarrelen, als snippers.
Een nieuweling loslaten in de groep is altijd risicovol, legt Heleen een beetje nerveus uit, omdat apen behalve heel sociaal ook valse sekreten kunnen zijn. Niet zelden wordt de arme nieuwe bewoner aangevlogen door het hulpje van de baas, die op last van de chef even orde op zaken komt zetten. Bovendien is Lucca opgegroeid bij een gezin in La Paz en ziet liever mensen dan apen om zich heen. Onwennig laat ze zich besnuffelen door de kolonie.
Heleens vrees blijkt terecht - binnen tien minuten breekt een hels gekrijs los in de kolonie. Een kluwen apen rolt over de grond en als de stofwolken zijn opgetrokken, is Lucca flink te grazen genomen. Met bloed uit staart en achterpoot klimt het aapje gillend van angst op Heleens schouder. Experiment mislukt, Lucca moet terug naar de quarantainehokken.
De ophef gaat voorbij aan Golda. De Isra"elische kroelt dromerig door de vacht van haar nieuwe vriendje, een capucijneraapje van nog geen jaar oud. ,,Hij is zo lief'', verzucht ze, en drukt zijn kopje tussen haar borsten. Zoenen met een aap mag in het park, ook de dierenarts Pascual en zijn hulpje Luis Morales hebben om de haverklap harige mondjes aan hun lippen hangen. Kan geen kwaad, vinden ze, de dieren zijn meteen na binnenkomst toch inge"ent tegen rabies en andere enge ziekten. Apen vinden het ook fijn als mensen wat spuug op hun eten doen, vervolgt Golda. Ze doet het graag even voor.
De beesten komen toch al niets tekort. Dagelijks worden karrenvrachten vers fruit de berg opgedragen. Banaan, papaya, appel, mango, ananas. ,,Ze eten beter dan wij", zegt Heleen met een lachje. Voor de vleeseters is er verse biefstuk, verse kip, koteletten en karbonades, allemaal zonder korting gekocht bij de lokale slager. De kosten komen voor rekening van de vrijwilligers, het centrum ontvangt geen overheidssubsidie. Iedereen betaalt bij entree 80 dollar voor de eerste twee weken van het verblijf - in Bolivia een klein vermogen. Daarna staat vier dollar per dag op de rekening. Omdat jaarlijks honderden vrijwilligers de urenlange bustocht ondernemen om in deze afgelegen plek dieren te verzorgen, kan Inti Wara Yassi jaarlijks bijna 70.000 dollar uitgeven.
Los voluntarios zien daar weinig van terug. Slapen gebeurt op matrassen van stro in tochtige kamertjes met een kale peer aan het plafond. De plee's stinken, de douches zijn smerig. Muskietennetten zijn niet inbegrepen in de prijs, en dat is de vrijwilligers aan te zien - na vijf dagen in het park is de Nederlandse Diane een grote muggenbult geworden. Eten en drinken gebeurt op eigen rekening.
Het is afzien in het apenparadijs, maar de dierenvrienden hoor je er nauwelijks over klagen. Soms is het een beetje veel van het goede. Zaterdagmiddag hangt een briefje in de openluchtkantine.
,,Sorry mensen, maar morgen tussen 7.30 en 9.00 uur moeten stenen en zand naar boven worden gesjouwd voor poema Gato's nieuwe hok. Gato zal jullie dankbaar zijn." De vrijwilligers zuchten. Gato's hok, dat is boven op de berg, alleen te bereiken via een steile klim.
Afgepeigerd zitten ze de volgende ochtend uit te blazen. Joaquin uit Lyon wist het zweet van zijn gezicht. ,,Je had erbij moeten zijn, dan had je een middeleeuwse menselijke lopende band in werking kunnen zien", zegt hij met een grimas. ,,Dat leuke apenpark is slechts een facade. Daarachter ligt een Zuidamerikaans gevangenenkamp." Zijn vriendin Amelie, een tengere Francaise, is na het beulswerk met kleren en al onder de douche gestapt. Ze kan geen woord meer uitbrengen.
Wat zoeken al deze westerse twintigers en dertigers op een plek waar je moet betalen om jezelf zeven dagen per week in het zweet te mogen werken? Peter, een bruinverbrande pezige metaalbewerker met blonde sik uit Zweden, beantwoordt de vraag met een wedervraag{,,Waar kan je zomaar wandelen met een poema? In mijn land zou zo'n centrum meteen gesloten worden, zeker als er een incident is geweest, maar hier in Bolivia kan alles. Na twee dagen in het park mocht ik al een grote kat uitlaten. Beter dan weer een museum bekijken in de zoveelste stad in Zuid-Amerika." Ook voor de Israeli"ers Gil en Amoz ging in de jungle een wereld open. Ze geven iedere ochtend een half uur vliegles aan valk Kaizer. Het dier had dat in gevangenschap nooit geleerd, en nu proberen ze Kaizer de fijne kneepjes bij te brengen door hem met een handschoen de lucht in te werpen. Kaizers fladdert met zijn lamme vleugels nu een meter of twaalf bij elkaar, en hij vordert gestaag, zegt Amoz trots terwijl hij de valk op zijn kop krauwt. Of hij ooit een hele vlucht kan maken is de vraag, maar iedere dag een beetje gymnastiek kan geen kwaad.
Het blijft amateurswerk. Zelden zijn de vrijwilligers getraind in omgang met wilde wilde dieren, of hebben ze een opleiding tot bioloog of dierenarts achter de rug. Heleen werkte als projectmanager bij een marketingbureau, haar zusje Marieke, die in het park poema's verzorgt, had een baan als ondertitelaar van televisieprogramma's. Juriste Amrah (25) uit Ridderkerk, ingedeeld bij de quarantaineafdeling van de apen, wil rechter of officier van justitie worden. En de Britse Rebecca, die de laatste levensfase van de hoogbejaarde en reumatische poema Quirqui probeert te veraangenamen, is in het dagelijkse leven onderwijzeres. ,,Je luistert naar wat de dierenarts zegt, en verder zijn er van ieder dier dossiers bijgehouden zodat je weet wat voor karakter ze hebben", zegt Heleen. ,,Voor de rest doe je het een beetje op je gevoel."
Onervarenheid kostte haar een flinke beet in haar vinger van een agressieve aap. ,,Je weet dat je risico's loopt, maar dat risico neem je. Zonder verzekering ja, want ik denk niet dat mijn verzekeringsmaatschappij kosten dekt als ik vertel dat ik een poema ben wezen uitlaten in de Boliviaanse jungle."
Ook Sally is een ervaring rijker. Met de bijtgrage Leonsio wandelt ze niet meer, ze heeft nu de vijf maanden oude It Shu onder haar hoede. Groot was de schrik toen ze zag dat haar broek opnieuw onder de bloedspatters zat. Maar ditmaal was het niet haar bloed, maar dat van de jonge poema. Hij was zijn melkgebitje aan het wisselen.

Gepubliceerd in het Algemeen Dagblad op 27 november 2005